Cambodja

Drie landen en een beetje…

Drie landen en een beetje…

Cambodja — Thailand — Hong Kong — China

Op moment van schrijven bevinden we ons in de hogesnelheidstrein in China en zoeven we met 300 km/h van Shenzhen naar Guilin. Sinds ons laatste blog zijn we zo’n grove 3000 kilometer verder. Het is even geleden dat we van ons hebben laten horen, daarom blikken we nog even terug naar onze tijd in Cambodja, waar we met ons laatste verhaal geëindigd zijn.

Siem Reap, onze laatste stop in Cambodja. Een trekpleister vanwege de enorme tempelruïnes die men zo’n 150 jaar geleden ontdekte in de jungle, die de tempels overwoekerd had. Zie het als de piramides van Egypte, waarbij vragen als “Hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen?” als eerste in je opkomen, wetende dat de tempels dateren uit de 12e eeuw.

Ankor Wat
De dag dat we de tempels gingen bezoeken, begon vroeg. Om welteverstaan half 5 ging de wekker, zodat we om 5 uur konden vertrekken op onze gehuurde scooter. Dit alles om te zorgen dat we om half 6 bovenop een van de tempels waren geklommen om de zonsopgang mee te maken. Gelukt! We waren op tijd (dat gebeurt niet vaak) en ook al zaten de slapers nog in de ogen en hadden we een lichtelijk zwaar hoofd — het was het waard! Een serene natuur en tempelsilhouetten op een achtergrond van oranje geblakerde lucht. Zo’n moment dat je automatisch gaat fluisteren als je wat tegen elkaar wil zeggen.

We hebben bewust gekozen om de zonsopgang niet bij de Angkor Wat zelf mee te maken, maar hebben van tevoren de Pre Rub uitgekozen om het ochtendgloren te aanschouwen.
Angkor Wat zelf staat elke morgen afgeladen vol met mensen die de zonsopgang daar willen ervaren en om nou met 7 rijen dik daar op rij 8 te staan leek ons geen succes. En onze keus loonde. Met welgeteld zeven anderen stonden we op deze alternatieve tempel. Een mooi begin van de dag!

Toen de zon eenmaal opgekomen was, hebben we gauw een ontbijt opgezocht om daarna een dag lang door de ruïnes te banjeren. In dit geval zeggen beelden meer dan woorden, dus zie de foto’s voor een goede impressie. Indrukwekkend was het zeker, voor een dagje dan. Je kon 7-dagen tickets kopen, maar dat raden we echt niemand aan. Je hebt het na een dag echt wel gezien, figuurlijk dan, want het aantal tempels is echt enorm.

Huishouden
Uiteindelijk zijn we zo’n 5 dagen in Siem Reap gebleven. Helaas hypertoeristisch, maar fijn om even wat rond te fietsen en het huishouden te regelen. Zo hebben we bijvoorbeeld een wasdag ingelast om ál onze kleren uit te wassen. Op Koh Rong Island hadden we namelijk onze was laten doen, maar was het viezer teruggekomen dan toen we het hadden ingeleverd.

Na het wassen stonden we met een tas vol natte kleren weer op straat. Zonder droogrek natuurlijk. Maar, waar een wil is is een weg. Teruggekomen op de hotelkamer hebben we onze schoenveters en riemen aan elkaar geknoopt en kruislings door de kamer opgehangen alsof het verjaardagsslingers waren. De volgende ochtend was alles droog en eindelijk ook écht weer schoon.

Onze reis in Cambodja zat erop. En eerlijk gezegd hadden we het er ook wel gehad. Niet zozeer met Cambodja, maar met de eenvoud (primitief is een te zwaar woord). Het contrast in manier van leven is prachtig, maar we misten zo nu en dan ook wel weer het stadse leven. Daarom besloten we onze reis te vervolgen naar Bangkok, Thailand.

We boekten een busticket en reisden in 6 uur tijd naar deze Thaise metropool, althans, er stond 6 uur voor gepland volgens de busmaatschappij. Eenmaal aangekomen bij de grens dien je lopend over te steken. Dit ‘immigratieproces’ duurde alleen al zo’n twee uur, waarbij we als kippen zonder kop maar ergens heenliepen. Niemand wist de procedure, maar toen we een metershoog portret van de onlangs overleden Thaise koning op een grensgebouw zagen prijken, wisten we dat we de goeie kant opliepen. Aan de andere kant werden we opgewacht om over te stappen in een andere bus. Het was gelukt en met een vertraging van zo’n drie uur kwamen we alsnog aan in Bangkok!

Bangkok
Bangkok is ons niet vreemd, we hebben in 2015 — tijdens ons “korte” backpack avontuur Thailand — al bezocht, en in Bangkok specifiek een vijftal dagen geweest. Dit komt voor ons met een heleboel voordelen!

  • Zo weten we ons wat makkelijker kenbaar te maken.
  • Hebben we een feest van herkenning en herkenbare punten.
  • Snappen we hoe alles een beetje in elkaar zit. En dat zijn de simpelste dingen zoals:
    • Hoe werkt het openbaar vervoerssysteem
    • Waar koop je een simkaart
    • Wat is een redelijke prijs voor de dagelijkse dingen
    • Waar moet je zijn om een beetje te shoppen

Dat laatste hebben we dan ook eigenlijk alleen maar gedaan in Bangkok, en dat was prima. Het was lekker om weer even in een vooruitstrevend en moderne omgeving te zijn als contrast op de voorgaande weken in Cambodja en Vietnam.
Het hart van Bangkok is gevuld met ontelbare shopping malls waar je letterlijk dagen aan dagen kan verblijven. De ene nog luxer dan de andere en zo bescheiden als we zijn hebben we maar naar ons budget geleefd en hebben we ons vooral in de cheap en middelmatige luxe malls begeven ?

Bangkok is ook de stad geworden waar we voor het eerst met open ogen in een “scam” gestapt zijn.
Op zoek naar een verborgen local eetstraatje die we herinnerden van vorig jaar, werden we aangesproken door een Thai in super goed Engels. Hij weet een leuk praatje met ons te maken, en verteld ons dat hij leraar is. Hij vraagt ons naar onze plannen en we vertellen hem dat we op zoek zijn naar warme kleding (warme kleding hoor ik je denken, we gaan het je straks uitleggen… en dan ga je ons snappen..) Maar eerst zijn we op zoek naar ons ‘eetsteegje’ waar we vorig jaar gegeten hebben en waar alles zo lekker authentiek is. Hij vind het jammer voor ons maar “het is zondag” dus dat konden we wel vergeten, die is natuurlijk dicht. Op dat moment hadden de bellen al lang moeten gaan rinkelen.
Hij wist een goede plek waar we kleding konden kopen en lokaal eten konden vinden, buiten het drukbezochte centrum (klinkt aantrekkelijk!). Voor we het wisten zaten we glimlachend en vol vertrouwen in een TukTuk.

Al rijdend in de TukTuk begon ons gevoel al wat te veranderen en bij aankomst bij een ‘shabby’ pand genaamd “International Fashion Centre”, waar de eigenaar zelfs Nederlands kon praten en ons zinnen als “kijken kijken, niet kopen” toewierp, trekken we al snel de conclusie dat dit vooropgezet spel is. We doen letterlijk één rondje van nog geen minuut en lopen we rechtsomkeer naar de TukTuk en zeggen wij dat we terug willen naar waar we opstapten. Uiteraard beweert hij bij terugkomst dat de afgesproken prijs voor de TukTuk keer twee moet zijn (heen én terug), we hadden het spelletje allang door. Daarom blijft één van ons in de TukTuk zitten tot hij het wisselgeld overhandigd heeft tot de laatste cent en stappen we uit. De TukTuk chauffeur is chagrijnig. Hij heeft een lange rit gemaakt zonder echte winst. Jammer joh. Uiteindelijk heeft de scam ons €1,25 gekost, daar konden we dan wel weer om lachen.
We vervolgen onze zoektocht naar wat te eten en uiteraard vinden we ons steegje en natuurlijk is hij op zondag niet dicht! Sterker nog, het is er levendiger dan anders!
We zetten het shoppen door en hebben dan ook 3 dagen letterlijk onze schoenzolen van onze schoenen afgelopen met de aanwinsten als volgt:

  • Michel heeft een geweldig mooie bril gekocht.
  • We hebben 2 truien (zoals beloofd leggen we het je straks uit) gekocht van een lokaal label op een friday flea market
  • Beiden een herfstjasje a €2,- en Tim een trui a €1,50 in de tweedehands sectie (uitleg volgt… nog even geduld!)
  • Beiden nog een T-shirt

Na 3 dagen shoppen waren we het ook wel zat en waren we blij dat we ons naar het vliegveld mochten begeven…
Ja je hebt je geduld goed bewaard dus zullen we het je ook uitleggen. We hadden na 2 maanden warm weer behoefte aan een wat kouder klimaat en daarom hebben we in Siem Reap tickets naar Hong Kong geboekt! De temperatuur is daar namelijk 19ºC à 21ºC graden. Oftewel zo’n 10 tot 15ºC graden kouder dan we de afgelopen maanden gewend waren. Echt iets waar we naar uitkeken!

We hebben tijdens de dagen in Bangkok onderzoek gedaan naar hoe we naar het “kleine” vliegveld konden komen vanaf ons hotel. We vlogen om 06:45, dus dan moet je tegen 04:45 toch wel in de buurt zijn.
De conclusie is dat er een bus 24 uur per dag rijdt van nabij ons hotel naar Bangkok – Don Muaeng Airport. We hebben hard gezocht, met mensen proberen te communiceren, maar iedereen had een andere mening — wat ook de Thai typeert, deze zal nooit gezichtsverlies willen lijden als hij het niet weet, en wijst je “dan maar een willekeurige kant op — waar de bus vertrok en uiteindelijk stonden we op het treinstation en daar wist niemand er wat vanaf. We hebben ook naar de taxiprijzen gevraagd en dat kwam rond de €15,- a €20,-. Uiteindelijk vragen we aan de ticketbalie van het treinstation of zij toevallig iets weten over een bus naar het vliegveld. De dame in kwestie komt met het super leuke nieuws dat er ook gewoon een trein rijdt. Als we de trein van 04:30 nemen, komen we rond 05:57 aan op Don Muaeng Airport. Super! We besluiten ruim op tijd op het station te zijn om een kaartje te kopen (wat alleen op dezelfde dag als je treinreis kan in Thailand). Na wat mis-navigatie en in donkere steegjes met blaffende honden te hebben gestaan, komen we om 04:00 aan op Station Bangkok, en na wat zoeken — alles is hier in het Thais — stappen we met treinkaartje (à €0,13) in onze trein. Na wat lichte twijfel of het wel goed gaat komen en of hij wel echt gaat vertrekken — we zien monteurs wat gespannen heen en weer lopen met gereedschap — rijden we dan toch echt weg!

Hong Kong

Het vliegen naar Hong Kong gaat voorspoedig en na 2,5 uur staan we dan op Hong Kong International Airport.
Vanaf het airport pakken we een bus naar downtown Hong Kong en de rit geeft ons een mooie eerste indruk van Hong Kong en na ruim een uur staan we in de buurt van ons hotel. Voor ons is het terugschakelen, na de goedkope landen als Vietnam, Cambodja & Thailand, om nu in een relatief dure plek te zijn. Dit brengt dan ook wat onhandigheden met zich mee.. Omdat elke dag de prijzen van hotelkamers anders zijn en ze in het weekend astronomisch hoge bedragen vragen, zijn we veel tijd kwijt met het elke dag in- en uitchecken en het slepen van hotel naar hotel. Dan denk je “Ja maar dan betaal je toch wat meer?”, klopt, maar als je van €11,- per nacht komt, en je nu €35,- tot €150,- in het weekend voor een kamer betaald van 6m2, wil je graag even je best doen om wat te besparen. Om het de pret niet te laten drukken, vinden we na een aantal dagen gelukkig een structurele oplossing.

panorama-skyline-hong-kong-island
panorama-lion-peak

In Hong Kong besluiten we definitief dat we ons best gaan doen op het verkrijgen van een visum voor China. Dit is naar het schijnt in Nederland al een taaie klus, en hier in dit departement van China lezen we dat het nóg moeilijker is om te krijgen. Toch besluiten we om het te proberen, en trekken we ons 2 dagen terug in verschillende koffietentjes om aan de eisen te voldoen voor een visum-aanvraag; je moet een reisplan aanleveren met alle hotels al geboekt en een onwards ticket. Dit vloeken we allemaal in 2 dagen in elkaar, en als holbewoners die uit hun winterslaap ontwaken komen we na die 2 dagen huiswerk aan op het visumbureau.
De dame die onze aanvraag beoordeeld is exact zoals we hadden verwacht: kortaf, autoritair, chagrijnig en ‘ambtenaristisch’. Na wat afkeurende strepen door onze aanvraag te hebben gezet en vragen te hebben gesteld, moeten we ons paspoort inleveren en krijgen we een papiertje waar op staat dat we over 4 dagen terug moeten komen om het weer af te halen. Weinig informatie verkregen hebbende en niet zeker of we nou geaccepteerd zijn, vermaken we ons nog 4 dagen in Hong Kong in afwachting van het resultaat.

  • Zo doen we een hike van net buiten Hong Kong naar Lion Peak Rock — we hadden behoefte aan natuur en vooral iets anders dan beton, en de klim is ook gezond. En zien Hong Kong vanaf 500 meter hoogte
  • Zien we de skyline van Hong Kong vanuit een heleboel verschillende perspectieven en bij zowel dag als nacht.
  • Doen we een rondje ‘trekpleister’ van Hong Kong.
  • Ontdekken we de Chinese keuken en gaan we een avond ‘dimsummen’, waar Hong Kong dé plek voor is.
  • Ontmoeten we een oude bekende van Tim die toevallig ook in Hong Kong is en trekken een avondje er mee op uit.
  • Ontdekken we alle hoekjes van Hong Kong met die schattige pittoreske trammetjes
  • Verbazen we ons aan alle mooie neon borden door de stad heen.
  • Gaan we de “so called goedkope” marktjes af opzoek naar een warme jas voor China.
  • Doen we een rondje art galleries.
  • Lachen we om de soms vreemde vertalingen en foutjes?!?
  • Verbazen we ons om de ontzettende rijkdom, dure auto’s en dure modemerken door de gehele stad(er zitten letterlijk 16 Dior-, 7 Louis Vuitton winkels en ga zo maar door).

We gaan na 4 dagen terug naar het visumloket en tot onze grote blijdschap is daar ons paspoort met visum voor China! We pakken dan ook de daad bij het woord en gaan vrijdag vanaf Hong Kong met de metro naar Lo Wu station wat het grensstation is, je loopt hier door de douane van zowel Hong Kong en later China (ze horen toch bij elkaar) en dan ben je in Shenzhen, China!
Hier is ook alles super goed geregeld en kunnen we zo in de volgende metro stappen naar het centrum, naar ons hotel.

CHINA BABY!
Shenzhen is een enorme stad — 10,6 miljoen inwoners (!!!) — en het is alles wat je voorstelt bij Chinese megasteden; alles is heel ruim opgezet met grote pleinen en mega grote gebouwen, ook zie je dat dit een enorm rijke stad is. De dure modemerken zitten weer op elke straathoek en om de haverklap staat er een enorme shopping mall.

We hebben Shenzhen alleen gebruikt voor de makkelijke binnenkomst van China vanuit Hong Kong en willen eigenlijk de volgende dag met de bullet trein al door naar Guilin. Helaas zijn de treinkaartjes voor de 10e vergeven en we kiezen er voor een dag later naar Guilin te gaan. Tim is de 10e jarig en dit hebben we dan ook met koffie en taart ÉN een heerlijk uitetentje die avond bij een Italiaan (ja,ja je leest het goed.. Italiaans in China) gevierd. Dit is een cadeau van het thuisfront en namens beiden nog heel erg bedankt daarvoor!

Wist je dat:

  • Mensen heel graag met je op de foto gaan hier… waarom weten we eigenlijk nog niet.
  • De taalbarrière zo groot is en dat je met tekeningen uitlegt wat je wel en niet in je noodlesoup wilt.
  • De Hotels echt weer lekker goedkoop zijn.
  • Dat we vergeleken worden met Heath Ledger & Hugh Grant (misschien hebben we hier een verklaring voor nummer 1).
  • We een heleboel “gewone” sites zoals Google, Facebook, Instagram & Twitter niet kunnen bezoeken (via de normale weg).
  • De luchtkwaliteit zo slecht kan zijn dat we zelf ook met van die mondmaskertjes rondlopen.
  • Mensen gewoon lukraak in het Chinees tegen je praten alsof je het verstaat.
vimeo-video-thumbnail
vimeo-video-thumbnail

Gisteren zijn we zoals gezegd met de bullet train naar Guilin gereisd en we vertellen jullie graag wat hier voor moois te zien is, de volgende keer!

Duurt het je soms te lang voordat we onze belevenissen weer met je delen?
Op Instagram delen we vrijwel dagelijks foto's met daarbij een kort onderschrift. Hiermee heb jij alvast een kleine preview.

Michel
instagram.com/michelwalpot

Tim
instagram.com/timtjomme

Reacties:

Bam! We zitten in Battambang!

Bam! We zitten in Battambang!

Cambodja

Daar sta je dan met je rugzak op een eilandje… gelukkig hadden we wat vooronderzoek gedaan en hadden we genoeg geld bij ons om er een week te kunnen verblijven.

De eerste overnachting hadden we al van tevoren geregeld en we zochten dan ook het guesthouse op — vorig jaar hebben we ook zo’n “primitiever” eiland bezocht in Maleisie, en wisten dus wel wat we qua (non)luxe konden verwachten. Helaas lag de kamer die we uitgekozen hadden TE centraal op het eiland en liggen we midden in de dreunende cafés op ons bed. Om die reden verhuizen we de volgende dag naar een plekje net van de drukte af en hebben hier een prima kamer, op loopafstand van het centrum.

De eerste 3 dagen op het eiland merkte we nog wat naweëen van het regenseizoen maar na die 3 dagen zien we dan toch echt dat het droge seizoen is aangebroken en hebben hier de voor (en nadelen) van. Ik (Tim) verbrand zowel aan de voor als achterkant, dus de flacons Aloe Vera vliegen er doorheen, daardoor zijn de mogelijkheden wat beperkt voor ons op een eilandje. En brengen we wat tijd door met kaarten en een biertje.

Midden in de nacht worden we wakker van enorm glasgerinkel. Het leek alsof er vazen kapotvielen op de gang. Het onweerde deze nacht, dus we gingen uit van een inslag, maar nadat er ineens heel hard gegild werd zijn we toch maar even gaan kijken. Er blijkt een jongen door een ruit te zijn gevallen en ligt in de stromende regen met overal sneeën en bloed. Na de eerste hulp een beetje bij te hebben gestaan, kwam er na een (veel te lange tijd voor je gevoel) toch iemand van de (beperkte) spoedpost van het eiland. Om wat plek te maken voor deze hulp ben ik teruggelopen naar de kamer. Met de schrik om ons hart doen we ons best om weer in slaap te vallen.

De volgende dag informeren we naar de toestand van Steve en horen dat hij om 06.00 uur ’s ochtends naar het vaste land is gebracht met een boot, om hem daar verder te behandelen.

Maar wat blijkt, het was geen ongeval, maar opzet. Na een fles wiskey en 200 ml valium heeft hij een poging gedaan om er een einde aan te maken door zichzelf met het glas te snijden. Dat is dan weer een heel ander gevoel… nu maar hopen dat hij zichzelf heel goed heeft wakker geschud!

De resterende dagen op dit prachtige eiland hebben we grotendeels doorgebracht op het strand en in het water. Het water is dan ook warmer dan het douchewater, dus dat was absoluut geen straf. Terwijl we op het strand lagen zagen we in de verte op het water een piepklein eilandje uit het water steken. Dit was te klein om bewoond te zijn, maar we zagen er wel mensen heenvaren. Daarom hebben we een kajak gehuurd en zijn in een uurtje naar het eiland gepeddeld om de boel van dichtbij te bekijken en te snorkelen langs de rotsen. En o wat blijkt, er woont wel iemand. Dus Floortje Dessing, mocht je nog kandidaten zoeken…!

Om ons eigen eiland (ik hoor je denken “HAHA, yeah right.”. Nee maar, het eiland waar we verbleven bedoel ik dan hé) ook wat beter te verkennen, zijn we erop uit gegaan. Dit keer te voet. En dan niet zomaar een wandeling, nee, dwars door de jungle. Klimmend en afdalend over grote rotspartijen en balancerend op smalle stenen langs de stijle afgrond (geen geintje, serieus opletten geblazen). Na drie kwartier ploeteren kwamen we uit op Long Beach. De naam zegt het al natuurlijk, dus een uitleg daargelaten. We hebben ons in zee gedrapeerd om af te koelen en na zo’n 20 minuten was het tijd om via dezelfde weg terug te gaan, want het begon al donker te worden. Niks bijzonders dus, maar leuk dat het was!

Wandeltocht nummer twee verliep iets soepeler, aangezien deze tocht nagenoeg volledig over het strand loopt. Lekker joh, met je voeten door de aanspoelende golven lopen. De tocht ging naar 4K Beach. De K staat voor kilometer, oftewel Long Beach nummer twee, ja toch. Naast dat het strand hier super mooi is, waren we opzoek naar lichtgevend plankton. LICHTGEVEND PLANKTON! Dit zie je het beste in het pikkedonker. Zelfs maanlicht is al te veel. Helaas (ook al is de maan hier heel mooi) scheen de maan vrijwel altijd en ook nog eens behoorlijk fel. Om het toch een kans te geven, zijn we in het donker het water ingelopen. Een bijzondere ervaring. Beetje raar ook wel om in het donker in zee te liggen. Wel super mooi, aangezien het maanlicht weerkaatste op de kabbelende golven. En aangezien je het water niet echt meer kunt zien, begaf je je in een zee van ‘kabbelend licht’. Daarbij komt ook nog eens dat het op zo’n avond heel stil is, dus ‘betoverend’ is een geschikte omschrijving.

Lichtgevend plankton zagen we helaas niet, dus zijn we teruggelopen naar onze kamer. EN TOEN…HAHA! Toen we terugliepen langs de golven, viel ons oog op een klein fluoriserend blauw puntje in het zand. Tim pakt het op en wrijft erover. Z’n hele vinger geeft blauw licht! Waar het op neer komt is dat hij dus de plankton dood en kapot heeft gemaakt, maar dat doet er nu even niet toe. We hebben lichtgevend plankton gevonden! Later vonden we er nog twee, deze hebben we maar met rust gelaten.

Al met al was Koh Rong een lekker eiland voor een paar dagen strand en om wat rond te struinen. Vooral de stilte en de schone lucht is heel aantrekkelijk.

Na Koh Rong zijn we doorgereisd naar het noorden, met een eendaagse tussenstop in Phnom Penh (hier waren we al geweest, maar dit kwam qua route beter uit).

Helaas is Tim in Phnom Penh ziek geworden, en hebben we een week ‘vastgezeten’, voordat we weer verder konden reizen.

We zijn momenteel in Battambang, een rustig dorpje in het noorden van Cambodja. Het is onze op-een-na laatste stop in dit land. Ons visum verloopt dan ook binnen een week.

Vandaag zijn we een rijtje bezichtigingen afgegaan met 2 hoogtepunten die we je graag even bijbrengen…

Het leukste vonden we beiden toch wel de rit met de bamboetrein, de ‘norry’ zoals de lokale bevolking hem noemt. De lokale bevolking heeft hier een eigen spoordienst gemaakt met behulp van bamboe  en achtergebleven restanten van de stilliggende landelijke spoorlijn. Deze spoorlijn is ten tijde van de Franse kolonisatie opgezet en wordt nu door de bevolking gebruikt als transportmiddel van de marktgoederen (zoals rijst) vanaf O Dambong naar O Sra Lav (Leuk weetje: het woord O in Khmer betekend waterstroom).

De trein is opgebouwd uit een 3 bij 2 meter houten frame, bedekt met flinterdun bamboe. Het frame rust op twee stalen aandrijfassen die aangedreven worden door een motortje. Het enkelzijdige spoor brengt een uitdaging, want het betreft tweerichtingsverkeer! De lichte materialen brengen dan ook een goede oplossing: Als twee treinen elkaar tegemoet komen, dan zullen ze beiden moeten stoppen. Wanneer men tot stilstand komt, wordt bepaald welke van de twee treinen er moet wijken voor de ander. De regel is als volgt: degene met de minste lading wijkt.

Het houten frame wordt vervolgens van de assen getild en naast het spoor gelegd. Beide aandrijfassen worden van de rails getild en in het gras gelegd. De weg is nu vrij voor de ‘zwaarste’ trein.

Wanneer deze gepasseerd is, wordt de andere trein weer op de rails in elkaar gezet om door te kunnen rijden. Tijdens de rit hebben we tot wel 4 keer de trein uit elkaar moeten halen. Leuke klus, leuke ervaring.

Na de rit zijn we doorgereden naar wat tempels (tempelmoooeee) en een batcave, oftewel een vleermuizengrot. De grot is niet te betreden — maar dat wil je ook echt niet. Vanaf de weg kun je de grot inkijken en zie je doorgaans vleermuizen heen en weer scheren. Niet zo spannend, maar het is nu wachten op zonsondergang, want vleermuizen gaan ’s avonds op jacht.

Voor de vleermuizen geldt: waar één schaap over de dam is, volgen er meer. Zodra de zon onder is merk je dat er een paar vleermuizen zo nu en dan naar buiten en weer terug naar binnen schieten. Dit houdt een minuutje aan, totdat de eerste vleermuis voorgoed naar buiten vliegt. Dit is het startsein, de jacht is begonnen. De eerste vleermuis is nog niet buiten of de HELE inhoud van de grot komt naar buiten vliegen. Wetende dat er serieus miljoenen vleermuizen in de grot leven, kijken we naar een onophoudelijke zwarte zwerm die vanuit de grot de buitenlucht in vliegt. Super mooi!

Na 5 minuten was de grot nog steeds niet leeg, maar was het wel zo donker dat het niet zo goed meer te zien was. Onvoorstelbaar, wat een aantallen.

Morgen gaan we naar onze laatste stop in Cambodja; Siem Reap… het thuis van Angkor Wat (Jaaaaaaa Michel een dorp vol met tempels!) Maar we hebben goeie verwachtingen op dit wereldwonder.

Reacties:

Van verlaten stad naar verlaten eiland!

Van verlaten stad naar verlaten eiland!

Cambodja

En toen stonden we onverwachts op het station in Kampot, een dorpje langs de bergen in Zuid Cambodja. Aangezien we nog niks geboekt hadden, zijn we maar met ons treingezelschap in dezelfde tuk tuk gestapt om opweg te gaan naar hun hotel. Het hotel was boven ons budget, maar er zou vast wel iets op loopafstand in de buurt zijn. En dat bleek het geval! Sterker nog, nadat we uitgestapt waren bij hun hotel, zagen we bij de buren notabene een bord langs de weg staan die bedden aanbood voor 5 dollar. Het was het proberen waard. Een Australische man loopt ons tegemoet en laat ons de slaapzaal zien, welke er super netjes uitzag. Ook weer geregeld dus!

Tegen de avond zijn we het dorpje ingegaan, welke gelegen is aan de voet van Bokor mountains en een brede rivier. De rust in het dorpje was fantastisch. Er was niet veel te doen, maar dat hoefde ook niet. Wel waren er een paar activiteiten buiten het dorp, welke we met de scooter hebben gedaan. De eerste trip ging de bergen in, op naar Bokor Village. Een spookdorp welteverstaan, in de twintiger jaren gebouwd door de Fransen als toevlucht voor de welgestelde westerse, vanwege het koelere klimaat, maar compleet uitgestorven sinds het Rode Khmer regime van 50 jaar later.

De trip omhoog duurt anderhalf uur en eenmaal op hoogte gekomen is het behoorlijk koud! De eerste gebouwen duiken op en onze monden vallen wagenwijd open. Totaal onverwacht lijken we in een soort verlaten Las Vegas in de jaren ’20 terecht te zijn gekomen. Leegstaande hotels, casino’s en zwembaden in een Amerikaanse ‘grootsheid’ qua bouwstijl en versiering. Dit was geen Cambodja meer, maar waar we wel waren was moeilijk te duiden. Het woord ‘surrealistisch’ was op dat moment het enige wat in ons opkwam. Waar we eerst een uur nodig dachten te hebben, bleek uiteindelijk een hele dag te worden. Met de camera in ons hand (dit is écht een fotolocatie) lopen we door de spookgebouwen en treffen we hier en daar enkele uitkijkpunten met de mooiste vergezichten, waar de wolken onder je langskomen en blauwe vlinders en libelles in grote getale om je heen vliegen. Het gevoel van dit dorp is moeilijk te omschrijven, maar kijk vooral naar de foto’s 🙂

Na de volgende dag een off-day te hebben genomen, zijn we op dag 3 in Kampot er wederom op uitgegaan met de scooter. Dit keer naar de kust, een national park en een peperplantage…want tja, hoe groeien die zwarte en witte peperkorrels in je keukenkastje eigenlijk? Niet echt een brandende wereldvraag, maar ach…waarom ook niet. Baadt het niet dan schaadt het zeker ook niet. En dat bleek! Niet omdat de peperplantage nou zo interessant was, maar de weg ernaartoe was fenomenaal! Deze ging namelijk dwars door het platteland, over een onverharde rotsachtige weg, waar scooterrijden meer lijkt op Mariokart waar je de objecten en kuilen moet ontwijken. Het gaat niet vlug, maar je kijkt je ogen uit. De mensen, de hutjes, de monniken in blinkend-oranje gewaden, de zwaaiende schoolkinderen die je gedag roepen en de glimlach op de geleefde gezichten als men je begroet. Kinderen wassen zich spelenderwijs in de naastgelegen sloot en de koeien staan te grazen tussen de rijstvelden.
En oja, peper groeit langs stammen omhoog tot wel 4 meter… weet je dat ook weer 😉

Nee maar ok, de peperplantage was prima hoor. Het wordt biologisch gerund door een Frans stel en naast peper verbouwen ze ook chilipepers, kurkuma en wat exotische fruitsoorten. Het is goed om te weten waar ons eten vandaan komt en hoe het ontstaat, maar een volledige uitleg lijkt ons overbodig. Zie daarom de foto’s en kijk voor meer info op Wikipedia!

De trips in Kampot zaten erop, dus bereidden we ons voor om opweg te gaan naar het eiland Koh Rong! Helaas kwam daar voor mij (Michel) de eerste voedselvergiftiging, dus zijn we in Kampot gebleven voor een paar dagen herstel. Uiteindelijk zijn we na 6 dagen Kampot uitgegaan en na een gecombineerde bus-boot reis kwamen we na 4 uurtjes aan op Koh Rong! Lekker primitief, geen pinautomaten, beperkte stroomvoorzieningen en koude douches, maar bovenal hagelwitte stranden en een zee als helder kraanwater! Wij zitten hier voorlopig nog wel!

Wil je meer foto's van onze reis zien? Volg on op Instagram!

Michel
instagram.com/michelwalpot

Tim
instagram.com/timtjomme

Reacties:

Vietnam – Cambodja

Vietnam - Cambodja

Vietnam — Cambodja

Wat een immense en intense stad is Sài Gòn. We dachten dat we in Hà Nội wel gewend waren aan het drukke verkeer, de langszoevende motorbikes en het constante getoeter… Niets bleek minder waar, want in Sài Gòn is het allemaal nog een tandje meer, en veel en veel voller.

Sài Gòn wil een metropool zijn en dat zie je aan alles. De skyscrapers en malls poppen uit de grond, en de super luxe modemerken zoals Chanel, Louis Vuitton, etc vestigen zich in de stad.

Hierdoor zie je dat het gat tussen rijk en arm heel groot is.

De stad is opgedeeld in districten (Phường) en Phường 1 wordt gezien als het absolute centrum. Hier zie je tussen de enorme wolkenkrabbers en malls ook heel duidelijk de Franse invloeden. Er staat (ja daar is hij weer) ook hier een Notre-Dame Cathedral en het Sài Gòn postkantoor en operahuis zijn koloniale ‘landmarks’.

Woensdag de 19e zijn we laat in Sài Gòn aangekomen, hebben ons hostel opgezocht en zijn meteen gaan slapen. Donderdag hadden we nog 10 dagen visum voor Vietnam, dus we moesten dan toch maar een vervolgplan gaan trekken. Cambodja leek ons de meest logische stap. Daarom zijn we als eerste naar het consulaat van Cambodja in Sài Gòn gegaan om een visumaanvraag in te dienen. Super eenvoudig, 24 uur laten konden we ons paspoort met ingeplakt visum alweer ophalen. Volgende land, Cambodja! Maar nu eerst nog een flinke week in Vietnam.

In totaal hebben we 7 dagen in Sài Gòn doorgebracht, we hebben de dingen gedaan die we in en om de stad wilden bezoeken zoals het War Remnants Museum, de Chu Chi tunnels (beide vanwege de historie van dit land) en China Town. Daarnaast hebben we bewust ook wat off-day dagen ingepland. Dit was dan ook niet meer dan een dagdeel doorbrengen in een koffiehuis met onze MacBook. Michel om te ontwerpen, Tim om wat muziek te maken. Wat je meestal niet door hebt is dat dit je dagelijks leven is geworden. Je moet/kunt daarom niet altijd opzoek zijn naar activiteiten. Daarnaast worden onze kleren ook vies en moeten we een moment inlassen om de was te doen. Zo zijn er een boel dagelijkse dingen die je gewoon blijft doen uiteraard. Wél is de omgeving steeds anders en dien je telkens opnieuw je weg te vinden naar deze dagelijkse bezigheden.

Tijdens ons verblijf in Sài Gòn hebben we een uitstap gemaakt naar Cần Thơ. De busrit hierheen duurt 3 uur en was goed betaalbaar. Helaas bleken we wederom in een sleeperbus te zijn geëindigd — vanaf nu vragen we het maar van tevoren. Eenmaal aangekomen heeft een taxi ons naar het piepkleine plaatsje Thường Thạnh gebracht. Dit bleek ontzettend afgelegen, wat resulteerde dat wij de taxi-chauffeur erheen hebben moeten leiden met Google Maps. Het laatste stuk moesten we zelfs lopen omdat er geen auto’s konden komen.

Na een supergoeie lokale maaltijd en een goed gesprek met een Israëlisch stel, zijn we rond 21:30 uur al gaan slapen. De wekker ging voor ons namelijk om 03:00 uur, vanwege een tocht door de Mekong Delta — een netwerk van landinwaartse rivieren waar de bevolking ook nagenoeg op of aan het water leeft. Na onze gids wakker gemaakt te hebben om 04:00 uur — hij had zich verslapen — zijn wij een bootje opgestapt en in het pikkedonker over de riviertjes van Cần Thơ en Cai Rang op pad gegaan naar onze eerste stop. Het enige licht wat er was, was het reflecterende maanlicht op het water. De oever weerspiegelde zich aan beide zijden in het water, waardoor je alles als een soort symmetrische tunnel zag. De vleermuizen scheerden rakelings langs de boot over het water. Het enige geluid kwam van hanengekraai… en onze buitenboordmotor 😉 Het langzaam maar zeker licht worden en het ontwaken van Vietnam aan het water is echt zó prachtig! Mensen die zich wassen in de rivier, silhouetten van mensen op het dek van hun boot die hun ochtendgebed doen en meisjes die vanaf hun woonboot met een klein roeibootje naar de kant gaan om naar school te gaan.

Na twee uur varen kwamen we aan bij de Floating Market (drijvende markt). Deze markt is om 6 uur op zijn hoogtepunt, wat ons vroege vertrek verklaart. Een twintigtal marktkooplui staan op de randen van hun kleine bootjes hun goederen te verkopen. Veelal gaat het hier om fruit en groente zoals kokosnoot, watermeloen of tapioca. De bootjes liggen afgeladen vol en men gaat pas weer naar huis als alles verkocht is. Ook al ziet het er idyllisch uit, het leven op deze bootjes is daarentegen vaak heel zwaar. Het verkopen van alle goederen neemt soms wel een week tijd in beslag.

Men leeft dus een week lang op deze bootjes, voordat ze weer naar huis kunnen. Die vaarroute naar huis duurt vervolgens ook nog eens rond de 10 uur.

De tweede Floating Market waar we daarna heen gingen kun je beschouwen als een groothandel. De schepen zijn ook veel groter en de marktkooplui van de eerste floating market halen hun goederen bij dit ‘verdeel-station’. Máár… voordat we de markt opgingen was het eerst tijd voor ontbijt! Met een stevige trek zijn we daarom naast DÉ Hủ Tiếu (populaire noodlesoup van Zuid-Vietnam) verkoper van de omgeving aangemeerd, begrijp goed.. niet aan een steiger… nee, aan zijn kleine hemelsblauwe Hủ Tiếu bereidingsbootje!

Al genietend van dit enorm lekkere ontbijt (het was inmiddels 8:30 uur) komt er aan onze linkerzijde een bootje aanmeren die ons koffie verkoopt. We hadden nu dus aan weerszijden een aangemeerd bootje liggen, waarmee we van alle gemakken voorzien waren. Totaal hebben we 7,5 uur op het water doorgebracht en aan het begin van de middag zijn we in Cần Thơ afgezet in de haven. Een mooie tocht met ook hier weer grote contrasten. De rivier en het gebied van de Mekong Delta zijn ontzettend vruchtbaar voor voedselverbouwing en transport, maar tegelijkertijd wordt het ook als vuilnisbelt behandeld. De bevolking leeft aan het water en wanneer je door de rivier vaart, kijk je bij de mensen in hun achtertuin. Waar het ene huishouden zijn prullenbak ondersteboven kiept in het water, staat de buurvrouw haar kleren in datzelfde water te wassen. Ook mensen wassen zichzelf in de rivier, terwijl de oevers werkelijk overal bezaaid liggen met plastic en huishoudelijk afval. Het staat bekend als een prachtig natuurgebied met ontzettend veel groen en dat is het ook écht, maar wanneer je er bent zie je zeker ook de realiteit.

Tijd om weer terug te gaan naar Sài Gòn en om ons voor te bereiden op de trip naar Cambodja.

Vanuit Sài Gòn hebben we dan ook donderdagochtend de bus gepakt (Ja! Een normale zitbus) naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja.

De stad maakte niet veel indruk op ons, en na de belangrijkste bezienswaardigheden zoals de S21 Genocide Museum en de Kiling Fields — twee plaatsen die je écht bezocht moet hebben vanwege zijn (gruwelijke) geschiedenis rondom de Rode Khmer — zijn we vanochtend om 7 uur op de trein naar Sihanoukville gestapt, vanwaar we direct verder zouden gaan naar Koh Rong.

In de trein raakten we aan de praat met een Nederlands stel uit Leeuwarden, welke onderweg waren naar Kampot. Na wat gelezen te hebben, besloten we net voordat de trein tot stilstand kwam dat we deze plek óók wilden zien. En hier zijn we dan onverwachts…. in Kampot!

Reacties: